Wat vindt u van de film Kees de jongen?


(Mail uw reactie naar ppdebaar@uitgeverijboom.nl.)

Bijdrage 1:

Kees the movie


(door Laila de Greef)

Als je de verfilming gaat zien van je meest geliefde boek, dat je al dertig keer hebt gelezen en waarvan je hele passages uit je hoofd kent, ga je natuurlijk niet zitten zeuren dat de film niet zo is als het boek, want dat kan gewoon niet, dat weet je zelf ook wel.
Je bent benieuwd wat ze anders hebben geïnterpreteerd en weergegeven, en ik heb gemerkt dat ik heel erg anders beter, dwz makkelijker te verwerken vond dan een beetje anders.

Het begin van de film vond ik ijzersterk. De harde wind laten zien, door beelden van Kees die zwembadpast in een bos(in het boek geen bos te bekennen), daarna de Eerste Leliedwarsstraat met een Westertoren die instort, compleet met een vergulde wijzer die vlak voor Kees' voeten valt en nog natrilt. Spektakel en lef van een goed soort. Daar waar het mijns inziens een beetje afweek van het boek vond ik het lastiger. Kees is geportretteerd als een dromer, die door de meester geregeld bij de les moet worden geroepen. Daar geloof ik niets van, Kees met zijn snelle verstand droomt niet zodanig weg onder de les dat hij geen antwoord kan geven op een vraag van de meester. Het is geen dromen, het zijn fantasieën en niemand om hem heen hoort te weten dat hij fantasieën heeft, net zo min als iemand weet dat hij verliefd is op Rosa Overbeek. Rosa Overbeek is niet een meisje waar alle jongens van zijn klas verliefd op zijn zodat Kees concurrenten heeft. Zijn vader heeft nooit gezegd dat je gemeen moet zijn en ruzie moet durven maken, wat zo handig als een echt thema weer terugkomt als Kees aan zijn moeder uitlegt dat hij groot genoeg is om te beslissen dat hij gaat werken.

Er waren ook elementen in de film die bij mij precies goed, dat wil zeggen helemaal volgens mijn idee van het boek waren: Hans Kesting, die zo prachtig Theo Thijssen speelt, en Hans Dagelet die een schitterende Kraak neerzet en ook het uiterlijk schoon van Rosa Overbeek.

Ik ben heel benieuwd wat andere Thijssen-fans van de film vinden en ook wat iemand van de film vindt die het boek niet kent.

---

Bijdrage 2:

Kees is geen slome deurmat


(door Trude de Jong)

Het is verwarrend voor een TT-fan om deze film te zien. Het duurde uren voordat ik een beetje een mening had; ik ben al dolblij dat het geen sentimentele draak is geworden. Het rare is dat ik nu ook de film ga aanprijzen en kwaad word op mensen die er niks aan vinden. Ik zie dat kennelijk als een soort kritiek op het boek.
Dat bos vond ik ook raar, dus ik heb het boek erbij gehaald en het staat er wel degelijk, bij de Westertoren-passage: "Desnoods kon het pikdonker worden, dat-ie geen hand voor ogen zien kon, en stormen gaan, dat de bomen omver waaiden. Hij zou d'r eenvoudigweg overheen stappen. Dwars het bos door. De wind loeide, overal kraakten de takken, de regen striemde hem in z'n gezicht, hij zette z'n tocht voort. Het begon te onweren desnoods; hij bleef kalm, al sloeg de bliksem vlak naast hem in. Kwam-ie een eenzame woning voorbij; ze tikten aan de ramen en wenkten hem dat-ie binnen mocht komen en schuilen voor dit vreselijke noodweer. De deur deden ze al open....'Nee!'schreeuwde hij boven het stormgeloei uit,'ik heb geen tijd, ik moet vóórt, vóórt!'"

Ik ben het met Laila's kritiek eens.
Het meest irritante vond ik dat vader op zijn doodsbed zegt dat Kees gemeen moet zijn (herinner ik me het woord 'etter'?) en moet vechten. Alsof Kees een slome deurmat is die over zich laat lopen!
Ik sprak hierover met een onschuldige kijker zonder TT-besmetting, en die zei dat deze dialoog ook helemaal niet paste in het geheel.
Natuurlijk hoop ik dat iedereen en masse naar de Leliedwarsstraat komt, en ik heb nu al medelijden met de kinderen die meegesleept worden. Gelukkig heeft het museum geen Louvre-achtige afmetingen.

---

Het keesdenken als film


(door Gerrit Borgman)

Faire quelque chose de rien.(Racine)

Wie Kees de jongen van Theo Thijssen leest om het verhaal, komt bedrogen uit en vindt er doorgaans niets aan. Een ander voorbeeld van een verhaal over bijna niets is Poesjkins Onegin. Toch behoort dat boek (ik las het waarschijnlijk nog vaker dan Kees) tot een van de hoogtepunten uit de wereldliteratuur.
Paul Rodenko heeft eens in Maatstaf geschreven dat een boek pas onsterfelijk kan worden als het eerst een proces van veroudering heeft doorgemaakt. Hopelijk is de film de eindfase van dit verouderingsproces. “Een tijdloos boek”, stond in veel recensies naar aanleiding van de film. Als deze film ook in het buitenland succes gaat hebben, dan is er een kans dat het boek eindelijk eens vertaald gaat worden in het Frans of Engels. Als ik zelf aan het keesdenken ben stel ik me wel eens voor wat een Fransman zou zeggen van deze passage uit dit tijdloze boek:

“Ze kwamen in de stad en Kees trok het gezicht van iemand die met z’n hond wandelt. Hij vroeg zich af wat z’n moeder wel van de hond zou zeggen. Eigenlijk wist-ie dat wel: ze zou hém vragen of-ie mal was en de trouwe hond op z’n minst beschuldigen van schurft.En er was geen kans op binnen te komen met het dier. Ja; wél natuurlijk als Bruno net tevoren een kind uit de gracht had gered en een geestdriftige menigte hem en Bruno thuisbracht. Dán zou z’n moeder natuurlijk óók trots zijn op hun hond …”

Zo’n tekst is inderdaad tijdloos. De moeders van Caesar, Vondel of Nietzsche zouden het tegen hun zoontjes gezegd kunnen hebben.
Kun je zo’n episode uit het lyrische epos Kees verfilmen? Die vraag is even absurd als de vraag of je poëzie kunt vertalen. André van Duren dééd het gewoon, net als de jongens van het tijdschrift De Tweede Ronde door blijven gaan met het vertalen van poëzie. Volgens mij heeft Gerard Reve bovenstaande tekst ook gelezen. Sla er zijn Bezorgde Ouders maar eens op na. Dat is keesdenken voor gevorderden, hoewel Tregers dromen vaak meer weg hebben van een nachtmerrie.

Ik vond de film prachtig en ik ben er trots op even met André van Duren gesproken te hebben tijdens de opening van de tentoonstelling Eeuwig Mooi in het Theo Thijssen Museum. Ook hij beschouwt Kees als een epos. Bij die feestelijke opening hoorde ik ook wat kritische geluiden. Het is een soort kritiek waartegen ik me moeilijk kan verweren, want ik zie zelden films en heb er dus geen verstand van. De laatste film die ik in de bioscoop zag was Proust, naar het boek van Proust. Dat speelt zich af in dezelfde tijd als Kees, maar dan in Parijs in de hogere kringen. Tijdens die voorstelling heb ik zitten slapen als ik niet moest proesten van de lach. Wat een langwijlige film ! Terwijl het toch zo’n mooi boek is. Kortom, ik vond deze film prachtig. Henk Spaan spreekt in zijn kostelijk stuk “Beaujaulais en een Cruijff-biografie” in Het Parool van 1 december van “de mooie verfilming van dit hoogtepunt uit de Nederlandse literatuur”.
François Stienen schreef (ik meen in het Utrechts Nieuwsblad, maar degeen die mij het stukje zond had de krantenkop eraf geknipt) in zijn artikel “Dromen smoren drama in Kees de jongen”: “Het grote probleem van de film is dat er geen dramatische beleving is.” Wat een gelul. Kees is geen drama. Meneer Stienen wel: hij is een typisch voorbeeld van iemand die het boek niet heeft gesnapt. André van Duren heeft dit epos schitterend verfilmd. Ik denk aan de Bruno-episode, de Prijsuitreiking-episode, de Leenbank-episode en noem maar op.
Stienen besluit zijn artikel als volgt:
“Het is te hopen dat kinderen, in het kader van de hoogstnoodzakelijke leesbevordering, na het zien van de film ook het gelijknamige boek (weer) gaan lezen. De volwassen fans van Theo Thijssens literaire meesterwerk raad ik aan om thuis te blijven.”
Ja, die onzin staat er echt ! Dit grenst aan pornografie. Soms ben ik glad voor herinvoering van de lijfstraf, want zou je die man niet voor zijn harses slaan? Maar dit is keesdenken van een lafaard, want wie weet hoe sterk meneer Stienen wel is !
Over die voice-over is ook heel wat afgeschreven. Mij persoonlijk heeft die me niet in het minst gestoord. Behalve in de slotscène. De laatste bladzijde van het boek lees ik zelden met droge ogen, maar in de film deed het me niets. Waarom weet ik eigenlijk niet. Ik zal er nog eens diep over nadenken. Maar dan is het misschien wel noodzakelijk om voor de vierde keer de film te gaan bekijken. En helemaal uitgesloten is dat nog niet eens.

---